Eksterlaer: groene stadswijk voor iedereen
19/11/2021
In 2016 werd het officiële startschot gegeven voor de bouw van het project Eksterlaer. Een nieuwe buurt in Deurne-Zuid die perfect aansluit bij de visie van de stad Antwerpen om kwalitatief wonen te stimuleren in de randsteden. Vijfhonderd uiteenlopende wooneenheden, waarvan 380 woningen en 120 appartementen, worden er geschikt langs een park dat als een groene slagader doorheen de ontwikkeling loopt. Het grote doel: een mix van bewoners aantrekken, om sociale, culturele en maatschappelijke integratie te stimuleren. "De laatste twintig jaar groeit de bevolking sterk aan. In de districten rond Antwerpen schuilt een enorm potentieel aan woonuitbreidingsgebieden. De bedoeling was in Deurne-Zuid een nieuw, groen en autoluw stukje stad te laten ontstaan waar plaats is voor diverse bewoners", vertellen Mauro Poponcini van POLO Architects en Hans Janssen van Bold Architecten, de twee architectenbureaus die de masterplan vormgaven en samen de derde speler Van Belle & Medina de architecturale invulling verzorgden.
Verweven met stedenbouwkundige structuur
Het masterplan dateert van twintig jaar geleden. De site was destijds een informele groene zone. Een wat onderbenut gebied van 13 hectare middenin de stad, dat vrijwel volledig gevrijwaard was gebleven van verstedelijking. Je trof er wat kleinschalige landbouw aan, een vuurwerkfabriek en een voetbalveld. De rest was groene restruimte. "Het was een beetje no-man's-land", aldus Mauro Poponcini. "Maar qua ligging wel fantastisch. Deurne-Zuid is interessant om te wonen. Je vindt er verschillende parken zoals het Boekenbergpark, Park Groot Schijn en het Rivierenhof. Die context heeft een verlengde gekregen in dit project. De ruggengraat van de nieuwe wijk wordt gevormd door een lange parkstrook met waterpartijen, verschillende groengebieden en publieke ruimtes. Alle woonentiteiten worden daarlangs geschikt en zijn bovendien geënt op het bestaande stedelijke weefsel. De site bevindt zich al het ware aan de achterkant van heel wat onvoltooide bouwblokken: een wat rafelinge rand die nooit mooi afgewerkt werd, maar nu op organische wijze wordt gedicht."
"Je mag over twintig jaar niet meer zien dat dit een nieuw project is", vult Hans Janssen aan. "Oud en nieuw vloeien heel natuurlijk over in elkaar. Nieuwe straten, fiets- en wandelpaden bijvoorbeeld liggen in het verlengde van bestaande routes. De doorgetrokken assen maken de site doorwaadbaar. Als voetganger kan je een wandeling maken door het park, langs verschillende types woningen die verwijzen naar de directe omgeving. In het noorden en zuiden bijvoorbeeld sluiten klassieke rijwoningen met privétuinen aan op de typologie van de Unitaslaan en de Herentalsebaan. Vier vrijstaande woontorens knipogen dan weer naar de gesloten appartementenwand aan de Dascottelei. Er is gekozen voor verschillende bouwtypologieën, die de logica van de stedenbouwkundige context volgen, zodat er een maximale verwevenheid ontstaat."
Mix van generaties
Het project bestaat uit klassieke rijwoningen met private tuinen, in verschillende configuraties geclusterde patiowoningen, meegroeiwoningen met een flexibelere invulling, vier slanke appartementsgebouwen en een woonzorgcentrum met assistentiewoningen. Samen vormen die een harmonieus geheel met telkens andere accenten op het vlak van architectuur en typologie. "Eigenlijk ontstaan er binnen de site verschillende buurten die telkens andere gebruikers aantrekken", legt Mauro Poponcini uit. "Het project heeft een enorm inclusief karakter. Er is sociale huisvesting, RVT, woningen met privétuin, noem maar op." Hans Janssen: "Het project wordt ook blijvend bijgestuurd. Tijdens zo'n traject worden bepaalde noden zichtbaar. Samen met de opdrachtgever Vooruitzicht wordt er op die manier constant ingespeeld op wat er leeft. Daarnaast draagt ook de doorwaadbaarheid van de site bij aan het inclusieve karakter. Door de straten te verlengen, wordt het hele gebied gemakkelijk bereikbaar voor iedereen, wijkbewoners én mensen uit de omliggende buurten."
Eenheid, diversiteit en herkenbaarheid
De verschillende bouwblokken binnen de wijk zijn stuk voor stuk hedendaagse bakstenen gebouwen die qua kleur variëren van rood naar grijs. Toch zijn er tussen elk individueel blok nog meer opvallende nuances merkbaar, die een eigen identiteit geven en meer ritme en variatie aanbrengen in het straatbeeld. Zo wordt een rits van rijwoningen gekenmerkt door een ritmering van schuine daken. Een ander blok valt dan weer op door een nis met teruggetrokken ingang die de woningen scheidt van elkaar. Of aan het park zijn er woningen voorzien van een erker met een schitterend 180°-panorama op het groen.
Hans Janssen: "Elk bouwblok heeft specifieke kwaliteiten in functie van de ligging op de site, het type gebruikers en de relatie tot de context. Het is belangrijk dat alle gebouwen architecturaal aansluiten bij elkaar, maar er mocht ook geen monotoon beeld ontstaan. Je kunt het enigszins vergelijken met een modecollectie: er is verschil tussen alle stukken, maar je voelt wel dat ze allemaal uit dezelfde collectie komen. Elk bouwblok en zelfs elke aparte woning hebben een bepaalde korrel gekregen, zodat mensen hun eigen woning herkennen. Een andere gevelsteen, een bepaalde textuur, verschillende hoogtes, ramen die variëren, specifieke insnijdingen en daken: door telkens andere accenten te leggen, creëer je een bepaald reliëf, verklein je de schaal en wordt de architectuur menselijker en persoonlijker."
"De beeldkwaliteit legt de link tussen de architectuur en het stedenbouwkundig plan. De bedoeling was zachte, herkenbare gebouwen te realiseren die een bepaalde identiteit geven aan de site, zonder al te zeer op te vallen. Het zijn allemaal neutrale, maar karaktervolle woningen. In een stad moeten residentiële gebouwen niet schreeuwen om aandacht. We zijn nooit op zoek geweest naar iconische architectuur. Wel naar een bepaalde subtiliteit. Hoe kunnen we op een architecturaal interessante manier een inclusief project realiseren, dat was de grote vraag", besluit Mauro Poponcini.
Tekst: Bart De maesschalck
Foto's: Evenbeeld, Matthias Vanhoutteghem
Bron: Plan Magazine